Jurisprudentie over nadeelcompensatie, planschade en nadeelcompensatie

Planschade

Dat een vergoeding van planschade soms kan gaan om grote bedragen, blijkt uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 oktober 2018 (ECLI:NL:2018:3192). Uiteindelijk werd de gemeente veroordeeld tot betaling van een bedrag van meer dan vier miljoen euro.

Het ging in deze zaak om de eigenaar van een winkelcentrum, die planschade leed omdat de gemeente de detailshandelsbestemming van het winkelcentrum had wegbestemd in een nieuw bestemmingsplan. Aan de uitspraak van de Afdeling liggen diverse adviezen van deskundigen met betrekking tot de omvang van de schade ten grondslag.

Nadeelcompensatie

Zo is met betrekking tot het criterium voorzienbaarheid weer verduidelijkt, dat hiervoor beslissend is, of op het tijdstip van investering de mogelijkheid van de schadeveroorzakende overheidsmaatregel zodanig kenbaar was, dat hiermee bij de beslissing tot investering rekening kon worden gehouden (ABRvSt 19 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3023).

In een zaak waarbij door een ondernemer een verzoek om nadeelcompensatie werd ingediend vanwege een beleidswijziging door de gemeente, heeft de Afdeling een bedrag van bijna zes ton aan schadevergoeding toegewezen. Ook werden de kosten van deskundige en juridische bijstand vergoed op basis van de zgn. dubbele redelijkheidstoets.

De Afdeling vond in dit geval, dat beleidswijziging op zich mogelijk is, maar dat de gemeente dan wel dient te onderzoeken of en in hoeverre deze ondernemer door het gewijzigde beleid, dat voor hem ten tijde van de investeringen niet voorzienbaar was, onevenredig in haar belangen zou worden getroffen.  Nu dit niet is gebeurd en de ondernemer onevenredig in zijn belangen is geschaad, is er schadevergoeding toegekend (Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2528). Overigens heeft de betreffende ondernemer hiervoor bijna 14 jaar moeten procederen (!).

Schadevergoeding

In de uitspraak van de Afdeling van 27 juni 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2123) ging het om een verzoek om schadevergoeding in verband met overschrijding van de redelijke termijn in een rechterlijke procedure. De Afdeling gaat daarbij in op de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (WNS). Voor zover de gestelde schade is veroorzaakt na de inwerkingtreding op 1 juli 2013 van de WNS, dient een verzoek om schadevergoeding vanwege een onrechtmatig besluit door middel van een verzoek, in te dienen bij de bestuursrechter, te worden gedaan (vgl. artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht). Een besluit kan alleen worden genomen door een bestuursorgaan. Het ging hier om een gerechtelijke instantie en niet om een bestuursorgaan. Daarom bestaat voor degene die stelt schade te lijden als gevolg van een onrechtmatig handelen van een orgaan met rechtspraak belast niet de mogelijkheid een verzoek tot schadevergoeding bij de bestuursrechter in te dienen, aldus de Afdeling. Het verzoek kan alleen worden ingediend bij een bestuursorgaan, zoals een gemeente.

Meer weten? Mail mij dan gerust: [email protected].